Overweging Jo Nibbelke pr. 2 en 3-09-2023 (70-jarig priesterjubileum)

donderdag 7 september | Nieuws

VERTROUWEN OP MORGEN

‘Ik heb niets meer in voorraad. Nog een handjevol meel in de pot en wat olie in de kruik.’ Dat zei de wanhopige weduwe van Sarefat. En toch doet ze waar de profeet om vraagt. Want Elia is een vluchteling, wordt achternagezeten door het koningspaar Achab en Izabel. Hij is er vóór God, de Ene, en tegen de afgoden.

Maar de weduwe denkt aan haar kind. Als de pot met meel leeg is, zal zij met hem sterven. Ze worstelt. 

Met Elia solidair zijn? Ze hoort een stem die dit tot haar geweten spreekt: ‘Blijf trouw aan mensen. Heb lief de mens die is als jij’. Tegen alle logica in. Onvoorwaardelijk liefhebben wordt van haar gevraagd, maar dat is toch iets voor God alleen?

In mijn lange priesterleven zag ik vonken van grenzeloze liefde. Iemand stond naast een ander, die alleen maar zwarte gaten zag. Of gaf weg wat zij zelf nodig had. Of deelde inzet in de frontlinies: op de ic’s van ziekenhuizen of in loopgraven naast de mijnenvelden. Of thuis of op de werkvloer: moeders, vaders, vriendinnen, collega’s, soldaten.

Tegen alle logica in: trouw aan anderen, onvoorwaardelijke liefde. Voorbij opgeklopte ego’s. Voorbij aan eigen zorgen, voor even gestald op de achterbank. Dan, ja dan groeit vertrouwen dat mogelijk wordt wat niet kan: de meelpot zal niet leeg raken. Dan kunnen we weer hopen op nieuwe tijden voor kerk en wereld.

Ik heb ook zelf vaak glimpen van Gods liefde en onmetelijke trouw ontvangen: als lichtflitsen tegen het duister van de misbruikschandalen van mijn medebroeders en zusters en als bemoediging bij het gaan van nieuwe wegen. Ik ging door anderen dieper geloven.

God werd steeds meer voor mij een God van de Exodus, van een Uittocht uit starre structuren, een God, die bevrijdt.

En nu het verhaal over de wonderbare visvangst. ‘Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen.’ Dat zei Simon tegen Jezus op het meer van Genesareth. Gefrustreerd was hij. Hij kreeg een tip. ‘Vaar eens naar diep water’. Maar daar kon hij niets mee. Hij was toch visser van beroep en Jezus niet. 

Ik herken dat soort frustraties. ‘We hebben van alles geprobeerd, maar steeds meer mensen gingen de kerk uit.’

Of: ‘Je bent pastor in de stad voor vier geloofsgemeenschappen en je krijgt er nog zes bij op het platteland.’  Of: ‘We missen jongeren. Die waren massaal in Lissabon bij de Wereldjongerendagen, maar niet hier.’ Met gemak vertel ik u nog meer frustraties. Maar dat wil ik niet. Succes is nooit de ene naam van God geweest, leerde ik al vroeg. Maar één pijnpunt kan er nog wel bij. Je hoort ook: ‘We houden in de kerk veel in stand met enthousiaste vrijwilligers – op enige afstand nog wel van mijn leeftijd –maar zal er nieuw zaad ontkiemen en eens gaan bloeien?’

Ik ben kerkmens gebleven, katholiek en christen als leerling van Jezus Christus. Dankzij de werking van de heilige Geest. Vanavond (vanmorgen) kunnen velen van u mij dat nazeggen. Hier bijeen in ‘Zomaar een dak boven wat hoofden’. Met grote twijfels misschien, maar ook dankbaar voor het geloof, dat begon toen je kind was en standhield in de stormen van het leven. Of later werd teruggevonden. Ruimte, genade, pure genade was dat moment.  Want je voelde toen door je heen gaan: ik ben bij God geliefd, om wie ik ben, helemaal. Anderen zijn dankbaar omdat zij samen als kerk goede dingen doen voor een betere wereld. Of omdat ze hun blijdschap kunnen uitzingen in een geloofsgemeenschap dat het een lust is. Iedereen heeft eigen ankerpunten om ondanks alles toch katholiek te blijven, denk ik. 

Ja, maar je kan toch ook dakloos katholiek zijn en de weg met Jezus gaan? Denk eens aan de vele vrijwilligers: je ziet ze bij de voedselbank, of fietsen met een oudere op een duo-fiets. Ze doen het: als dakloze christenen of zonder enig geloof als humanisten of boeddhisten. God gebeurt overal. Blijf ik dat zien? Ik heb lieve vrienden die met hun gezin de rotzooi ophalen in huizen van anderen die het niet kunnen. Ze zijn niet katholiek meer, maar wel present bij mensen in nood. Dat raakt me.

En toch blijf ik mijn priesterlijk mantra herhalen: ‘Blijf met wat bij jou past zoeken naar een thuis, een dak boven wat hoofden, naar een bezield verband en vraag God dat jij Hem ervaren mag als Bron voor jouw leven.’ 

Tot slot een woord over dat onmogelijke advies van Jezus: ‘Vaar eens naar diep water’. Ga naar een andere plaats, hoor ik. Ga weg uit een oppervlakkig individualistisch bestaan, zoek naar nieuwe bronnen van inspiratie, zoek diepte in je leven en doe het samen. Daar waar goede dingen gebeuren die voor jou onmogelijk lijken.  

Simon Petrus waagt het erop en is verbijsterd over het resultaat. Ik herken dezelfde spiritualiteit bij paus Franciscus. In Lissabon zag hij jongeren uit alle werelddelen. ‘Para Todos. Todos’ riep hij over het volle park. Zijn boodschap was klaar en duidelijk: ‘Wees niet bang, gooi de netten opnieuw uit. De kerk is er voor iedereen.’ 

Ik ben daar vaak mee bezig, alleen in stilte of met elkaar in groepen voor bezinning en actie. Erg zinvol. We staan voor een nieuwe fase in het christendom. Dat is mijn overtuiging. 

Een wonderbare visvangst kan, een mensenvisserij kan, het onmogelijke kan. Begin oktober in Rome zet de Wereldsynode een volgende stap. Met gedoopten van alle rangen en van beider seksen. Zoekend naar nieuw élan. 

Het kan als we hopen en de netten opnieuw uitgooien, samen met jongeren. Als we biddend de heilige geest vragen om kracht. Van die hoop blijf ik als dienaar van Jezus Christus getuigen zolang ik leef. AMEN

Lezing 1 Koningen 17.1.7-16 

Evangelielezing Lucas 5,1-7 

Jo Nibbelke